Elke leerling begint zijn opleiding bij ons op school met een brugperiode van twee jaar. Dat noemen we de onderbouw. In deze brugperiode maken leerlingen kennis met elkaar, met hun leraren, met hun vakken en onze waarden en bijbehorend normgedrag. Vanaf de eerste week zetten we in op het toepassen van kennis en vaardigheden in de praktijk en stimuleren onze leerlingen in het leren leren.
Vaardigheden, uitdagingen en (gekaderde) autonomie
We dagen leerlingen uit het maximale uit zichzelf te halen. Binnen kaders stimuleren we de leerlingen om zelf keuzes te maken in hun eigen leerproces en hierop te reflecteren. Leren doe je bij ons niet alleen vanuit het boek, je leert ook met behulp van digitale leermiddelen, in de praktijk én ook buiten de school. We werken op deze manier aan het versterken van vaardigheden zoals leren leren en samenwerken. Daarnaast heb je ook kennis nodig om deze vaardigheden goed in te zetten. Zowel binnen als buiten de vakken dagen we leerlingen ook uit. Denk hierbij aan het programma van de sportklas, het meedoen aan de “Big Challenge” of het meedoen aan de “International Award for Young People”.
Vakken
In leerjaar 1 starten de leerlingen met de basisvakken Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, muziek en LO. Daarnaast volgen de leerlingen twee vakken middels leerplein onderwijs, Mens & Maatschappij (M&M) en Natuur & Techniek. Bij deze lessen worden vakdoelen gecombineerd en worden in verschillende projecten gewerkt. Bij M&M gaat het om projecten rondom de vakken maatschappij, geschiedenis, aardrijkskunde en economie. Bij N&T gaat het om de vakken biologie, natuurkunde, scheikunde en techniek. Ze werken bij de leergebieden in groepjes van vierleerlingen. Door deze andere vorm van onderwijs kunnen we de lesinhoud beter aan laten sluiten bij de leefwereld én kunnen we werken aan het vaardigheden.
Na de brugperiode
Na de onderbouw stromen de leerlingen, als ze voldoen aan de overgangsnormen, door naar klas 3. Daar start de bovenbouw. In de bovenbouw zijn de leergebieden opgesplitst in de examenvakken. We bereiden leerlingen al aan het eind van leerjaar 2 voor op deze verandering zodat leerlingen goed weten welke vakken ze in de bovenbouw kunnen kiezen. Naast deze vakken kiezen leerlingen een praktijkgericht programma, Dienstverlening en producten of Zorg en Welzijn, in de bovenbouw waar ook weer projectmatig wordt gewerkt ter voorbereiding op de doorstroom naar het mbo.
Na de brugperiode stroom je door naar vmbo-t. De opleiding vmbo-t duurt vier jaar en bereidt leerlingen voor op het mbo. Daarom is er in de opleiding aandacht voor arbeidsoriëntatie. Onze loopbaanbegeleider en decaan helpen de leerlingen bij de keuze voor een passende vervolgopleiding.
Gemengde en theoretische leerweg
Vmbo-t staat voor de gemengde en theoretische leerweg. Deze leerwegen zijn te vergelijken met de mavo. Het examen begint al in leerjaar 3. De cijfers die leerlingen halen voor toetsen in de derde klas, tellen mee voor het examen in leerjaar 4. Maatschappijleer en Culturele en Kunstzinnige vorming (CKV) zijn verplichte examenvakken. Het vak CKV moet met een voldoende worden afgerond.
Vakken
Leerlingen kiezen vakken in de profielen Zorg & Welzijn, Techniek, Economie en Groen. Om de doorstroom naar het mbo zo makkelijk mogelijk te maken, slagen leerlingen bij ons met 1 vak meer dan nodig is voor hun diploma. Ook kunnen ze examen doen in speciale examenvakken: Tekenen of Handvaardigheid, Sport of Maatschappijkunde. Ook volgen alle leerlingen vanaf 2024-2025 een praktijkgerichtprogramma. Hierbij kunnen ze kiezen uit Zorg & Welzijn praktijk of Dienstverlening & Producten praktijk. Vanaf 2024 is het verplicht om een praktijkgericht vak aan te bieden.
Maatschappelijke stage
In leerjaar 3 doen alle leerlingen een maatschappelijke stage van 30 uur bij een organisatie die ze zelf kiezen. Ze organiseren bijvoorbeeld een wijkfeest of een computercursus voor ouderen.
Arbeidsoriëntatie
Om leerlingen een beter idee te geven van hoe het is om in een bepaald beroep te werken, krijgen ze in de derde klas een week arbeidsoriëntatie. Ze nemen in die week een kijkje bij een bedrijf of instelling.
Onze leerlingen kunnen na school sporten in een speciale sportklas. Gewoon omdat ze het leuk vinden, of omdat ze later iets met bewegen of sport willen gaan doen. Kiezen ze voor de sportklas, dan krijgen ze in leerjaar 1 en 2 naast de standaard drie uur sport per week twee uur sport extra.
Kennismaken met allerlei sporten
Sportklasleerlingen maken kennis met verschillende sporten die niet aan bod komen in de normale lessen Lichamelijke Opvoeding. Vaak verzorgen trainers of coaches van buiten onze school de lessen voor de sportklas. Zo kunnen leerlingen clinics volgen in bijvoorbeeld skiën, schaatsen, klimmen, zelfverdediging, zwemmen, free runnen en skaten.
Naast de sporten zelf, besteden we aandacht aan vaardigheden als:
Aanmelding en selectie sportklas
Leerlingen die willen meedoen aan de sportklas, kunnen dit aangeven bij hun aanmelding bij ons op school. De toelating bestaat uit een praktijktest en een proefperiode tot aan de herfstvakantie.
Kosten
De kosten voor deelname aan de sportklas zijn maximaal € 100,- per leerjaar.
Sport als examenvak
In leerjaar 3 kunnen leerlingen kiezen voor Sport als examenvak: LO2. Ze krijgen dan in de derde klas twee uur extra sport per week, in de vierde klas vier uur extra.
